Een vermoeden bespreken
Hieronder tips voor het gesprek als je vermoed dat een jongere zichzelf beschadigt.
- Benoem waar het over gaat. Je kan dit doen door te beschrijven wat je ziet of hoort en te vragen of je observatie klopt. Echter wees niet confronterend daardoor kan de jongere schrikken en dicht slaan. Start met de vraag hoe het gaat en vertel dan wat je indruk is, bijvoorbeeld: “Ik heb de indruk dat je het heel moeilijk hebt, doe jij jezelf wel eens pijn?” “Wil je daar wat over vertellen?”
- Als je door een ander op mogelijke zelfbeschadiging bent gewezen, kun je bijvoorbeeld vragen: “Ik heb van de gymdocent gehoord dat je laatst niet mee kon doen, is er iets? Doe je jezelf wel eens pijn? We/ik maken/maak me daar zorgen over. Ik wil het daar graag met je over hebben”.
- Als je littekens ziet, kun je vragen: “Ik zie dat je littekens hebt, zou je willen vertellen hoe dit komt? Hoe gaat het nu met je?”
- Als er vermoedens zijn zonder dat iemand het gezien heeft, kan je bijvoorbeeld vragen: ”Soms hebben mensen het heel moeilijk en lopen ze daarin vast, en ik weet dat sommige mensen zichzelf weleens pijn doen om door zo’n periode heen te gaan. Ik zie dat jij het ook moeilijk hebt op dit moment. Klopt dat? En hoe ga jij daarmee om, beschadig jij je ook wel eens?”
- Benoem bij je vermoedens dat je weet dat zelfbeschadiging een uiting is van het heel moeilijk hebben, van klem zitten, van niet weten hoe je om moet gaan met wat je voelt, denkt en ervaart. Het is belangrijk om uit te stralen dat je weet wat zelfbeschadiging is en waar het voor staat, dat je daar niet door in paniek raakt, wilt luisteren en samen wilt zoeken naar een oplossing.
Zie verder: algemene gesprekstips.