Behandelingen
Er zijn verschillende therapieën die kunnen worden ingezet bij de behandeling van jongeren die zichzelf beschadigen.
Gedragstherapie
Therapie gebaseerd op de cognitieve gedragstherapie (bijv. emotie-regulatie therapie, dialectische gedragstherapie, mentaliseren) kan effect hebben op het verminderen van de frequentie van zelfbeschadigend gedrag. (Al is het wetenschappelijk bewijs ervoor (nog) niet erg hard.) Dergelijke therapieën zijn te vinden bij de generalistische basis ggz (GB-GGZ) voor de jeugd.
Medicijnen
Er is maar beperkt onderzoek gedaan naar het effect van farmacologische interventies en het onderzoek dat gedaan is, is van dusdanig lage kwaliteit dat het niet mogelijk is een echte aanbeveling te doen. Het meest belovende medicijn lijkt flupenthixol, maar er is veel meer onderzoek nodig om nou werkelijk te kunnen zeggen of dit effectief is bij zelfbeschadigend gedrag. Sowieso nemen medicijnen de eventuele onderliggende problematiek niet weg.
Psychotherapie
Voor de behandeling van onderliggende problematiek die leidt tot ernstige zelfbeschadiging (bijvoorbeeld angst of dissociatie) zijn er verschillende vormen van psychotherapie die wel degelijk goed kunnen helpen.
Denk hierbij aan Trauma therapie, Schematherapie (Scheme Focused Therapy, SFT) (https://www.schematherapie.nl), Dialectische Gedragstherapie (DGT) (http://verenigingdgt.nl/dgt), Acceptance and Commitment Therapy (ACT), Eye Movement Desensitization and Reprocessing (http://www.emdr.nl ) en Mentalisation Based Treatment (MBT) (http://www.mbtnederland.nl).
Het voert te ver om deze behandelvormen hier nu helemaal uit te leggen. Ze worden aangeboden in de specialistische(jeugd)-ggz. De jongere zal samen met de huisarts of de andere zorgverlener bespreken welke behandeling het meest geschikt is en waar deze behandeling het best gevolgd kan worden.